in het Brein van Bo

Terugvallen Tijdens Herstel: Het Voelt Kut, Maar Het Is Wél Groei

Daar lig je dan weer. Plat op je bek. Dat moment waarop je jezelf aankijkt in de spiegel en denkt:

Serieus. Doen we dit wéér?

De paniek, de verdoving, de vlucht – het hele riedeltje waarvan je dacht dat je het inmiddels wel had uitgespeeld. En zoals altijd schiet diezelfde, uitgekauwde gedachte meteen door je hoofd:

Alles voor niks. Kan ik weer helemaal opnieuw beginnen.

Mooi niet dus.

Herstel is geen computerspelletje. Er is geen resetknop. Geen finishlijn met ballonnen. Geen diploma waar ‘je bent nu geheeld’ op staat. Het is eerder een levenslange achtbaan waar je zonder je toestemming in bent gezet. En af en toe vlieg je er weer ondersteboven doorheen, gutsend, kotsend, maar je zit er nog steeds in. En precies daarom ben je verder dan je denkt.

Terugval is géén reset

Vroeger dacht ik dat elke terugval betekende dat ik weer op nul stond. Dat als ik weer in oude patronen gleed, alles wat ik had opgebouwd waardeloos was. Inmiddels weet ik beter. Ja, ik ben teruggevallen. Maar ik viel anders. Ik herkende eerder waar ik in terechtkwam, voelde sneller dat het misging, en hoorde mezelf denken:

Ah, daar is dat oude script weer: vluchten, liegen, jezelf verdoven en doen alsof het prima gaat, terwijl iedereen denkt dat je alles zo goed op een rijtje hebt.

Vroeger was ik compleet verblind. Nu zie ik het. En soms zie ik het gebeuren en doe ik het tóch. En ook al kan ik het niet altijd meteen stoppen – dát besef alleen al maakt een wereld van verschil.

Dat is misschien wel het meest frustrerende aan herstel. Je hoopt ooit op het punt te komen dat je er ‘boven staat’. Dat je gevaccineerd bent tegen je eigen patronen. Maar zo werkt het niet. Sommige triggers blijven altijd gevoelig. Sommige stukken in jezelf zijn simpelweg kwetsbaarder. Het verschil zit ’m niet in het vermijden, maar in het herkennen. In het feit dat je jezelf eerder doorhebt. En eerlijk? Soms is dat feit alleen al rete-irritant. Want beseffen wat je doet en het tóch doen – dat voelt bijna sadistisch.

Die verdomde achtbaan

Soms voelt het alsof ik achterin mijn eigen hoofd zit, in een gammele kermisattractie die z’n eigen route kiest. Ik weet wanneer de scherpe bochten eraan komen, wanneer het misselijkmakende stuk begint en wanneer die klote-looping eraan zit te komen. Vroeger werd ik er compleet door overvallen. Nu voel ik het van tevoren al aankomen. En soms, heel soms, durf ik zelfs m’n handen los te laten en denk ik:

Kom maar op dan.

En precies daarin zit het verschil. Niet dat de achtbaan ineens verdwenen is, maar dat ik hem inmiddels ken. Niet omdat het comfortabel is. Niet omdat het makkelijker wordt. Maar ik ken hem inmiddels.

Fuck schaamte

Wat na een terugval vaak het zwaarst weegt, is niet de terugval zelf. Het is de schaamte erna. Dat fluisterstemmetje dat begint zodra je weer overeind krabbelt:

Zie je wel. Niks geleerd. Slappe hap. Je kunt het niet.

Dat stemmetje is een vuile leugenaar. Altijd.

Herstel vraagt niet om perfectie, maar om het lef om jezelf recht aan te kijken, ook als je met je smoel weer in de modder ligt. Daarom kost mildheid zoveel kracht. Het voelt als zwakte, alsof je jezelf te makkelijk weg laat komen met je eigen bullshit. Maar mildheid is je sterkste wapen. Niet om alles goed te praten, maar omdat je alleen met mildheid echt kunt zien wat er gebeurt. Schaamte maakt je dom. Mildheid maakt je scherp.

Zelfde shit, ander level

Het blijft bizar hoe je soms weer oog in oog staat met patronen waarvan je dacht dat je ze lang geleden achter je had gelaten. Dezelfde triggers. Dezelfde reacties. Dezelfde vluchtneigingen. En toch: ik sta wel degelijk ergens anders. Vroeger zonk ik. Nu zwem ik. Soms spartelend, soms met m’n hoofd net boven water, soms scheldend omdat het wéér gebeurt – maar ik zwem. Ik weet inmiddels hoe ik adem kan halen, zelfs als de golven me overspoelen.

Dat is herstel. Geen rechte lijn. Geen eindpunt. Geen keurige grafiek met alleen maar vooruitgang. Het is rauw, rommelig, intens en soms verdomd eenzaam. Maar het is wél herstel. Elke keer dat je valt, val je op een andere laag. Niet terug bij af. Terug op een plek waar je nog niet eerder bent geweest.

Dus ja. Ik ben teruggevallen. En ik ben toch verder dan ooit. Want de kunst is niet om nooit meer te vallen. De kunst is om niet meer te blijven liggen.

“Why do we fall, Bruce? So that we can learn to pick ourselves up.” – Batman

Wat zou jij tegen jezelf willen zeggen op het moment dat je weer plat op je bek ligt?

Heel veel liefs,
Bo

2 reacties

  1. THAT’S LIFE, BY FRANK SINATRA.

    That’s life (that’s life)
    That’s what all the people say
    You’re riding high in April, shot down in May
    But I know I’m gonna change that tune
    When I’m back on top, back on top in June
    I said that’s life (that’s life)
    And as funny as it may seem
    Some people get their kicks
    Stomping on a dream
    But I don’t let it, let it get me down
    ‘Cause this fine old world, it keeps spinnin’ around
    I’ve been a puppet, a pauper, a pirate, a poet
    A pawn and a king
    I’ve been up and down and over and out
    And I know one thing
    Each time I find myself
    Flat on my face
    I pick myself up and get
    Back in the race
    That’s life (that’s life)
    I tell you, I can’t deny it
    I thought of quitting, baby
    But my heart just ain’t gonna buy it
    And if I didn’t think it was worth one single try
    I’d jump right on a big bird and then I’d fly
    I’ve been a puppet, a pauper, a pirate, a poet
    A pawn and a king
    I’ve been up and down and over and out
    And I know one thing
    Each time I find myself layin’
    Flat on my face
    I just pick myself up and get
    Back in the race
    That’s life (that’s life)
    That’s life and I can’t deny it
    Many times I thought of cutting out, but my heart won’t buy it
    But if there’s nothing shaking, come this here July
    I’m gonna roll myself up
    In a big ball and die
    My, my

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *